egw knop2 gedicht knop

31 augustus: Eeuwig vooruitzien


De eeuwige samenleving
Daar zullen wij kennen zoals ook wij gekend zijn. Daar zullen de goede eigenschappen en sympathieën die God in de ziel heeft geplant, hun ware beoefening vinden. De zuivere gemeenschap met heilige wezens, de harmonische omgang met de gezegende engelen en met de verlosten uit alle eeuwen, de heilige gemeenschapsband die “het hele gezin in de hemel en op aarde” samenbindt - dat alles zal behoren tot de belevenissen van het hiernamaals.

Zang en muziek
Daar zal zang en muziek zijn, zulke muziek en zang als, behalve in de visioenen Gods, geen sterfelijk oor ooit heeft beluisterd en tot geen menselijke ziel is doorgedrongen.
“En de zangers gelijk de speellieden, mitsgaders al Mijn fonteinen zullen daar zijn”. Ps. 87:7, Statenvert. “Daarginds verheft men zijn stem en jubelt; over de majesteit des hemels juicht men”. Jes.24:14.
“Want de Here troost Sion, Hij troost al haar puinhopen; Hij maakt haar woestijn als Eden en haar wildernis als de hof des Heren; blijdschap en vreugde zullen er gevonden worden, loflied en geklank van gezang”. Jes. 51:3.
Daar zal iedere kracht ontwikkeld, ieder talent vermeerderd worden. Daar zullen de grootste ondernemingen uitgevoerd, de verhevenste doelstellingen bereikt, de hoogste ambities verwezenlijkt worden. En steeds zullen er nieuwe hoogten te bestijgen, nieuwe wonderen te aanschouwen, nieuwe waarheden te begrijpen zijn, steeds nieuwe objecten die een beroep op de krachten van lichaam, geest en ziel zullen doen.

Schatten van het universum
Al de schatten van het heelal zullen voor de kinderen Gods ter bestudering open liggen. Met onuitsprekelijke blijdschap zullen wij ingaan in de vreugde en de wijsheid van niet-gevallen wezens. Wij zullen delen in al de schatten die door de eeuwen heen bijeen vergaard zijn door het aanschouwen van het werk van Gods handen. En de jaren der eeuwigheid zullen steeds voortgaan heerlijker openbaringen aan het licht te brengen. “Oneindig veel meer... dan wij bidden en beseffen” (Efez. 3:20), zullen ons in alle eeuwigheid de gaven Gods worden toebedeeld.
“Zijn dienstknechten zullen Hem vereren” Openb. 22:3. Het leven op aarde is het begin van het leven in de hemel; de opvoeding op aarde is een inleiding tot de beginselen des hemels; het levenswerk hier is een oefening voor het levenswerk daar. Wat we in karakter en in heilig dienen nu zijn, is de zekere voorafschaduwing van wat we zullen zijn.
“De Zoon des mensen is niet gekomen om zich te laten dienen, maar om te dienen”. Matth. 20:28. Het werk van Christus hier op aarde is Zijn werk in de hemel, en ons loon voor de samenwerking met Hem in deze wereld zal de grotere kracht en het grotere voorrecht zijn van de samenwerking met Hem in de toekomende wereld.
“Gij zijt Mijn getuigen, spreekt de Here, dat Ik God ben”. Jes. 43:12, Statenvert. Dat zullen wij ook in de eeuwigheid zijn.

Getuigen
Waarom is toegestaan dat de grote strijd voortduurde door de eeuwen heen? Waarom werd Satan bij het begin van zijn opstand niet vernietigd? Dat was opdat het heelal wat betreft Gods handelwijze met het kwade van Zijn rechtvaardigheid overtuigd zou worden; opdat de zonde eeuwig verdoemd zou worden. In het verlossingsplan zijn hoogten en diepten, welke zelfs de eeuwigheid niet kan omvatten, wonderen die engelen verlangen te doorgronden. Van al de geschapen wezens hebben alleen de verlosten in hun eigen ervaring de werkelijke strijd met de zonde gekend; zij hebben gearbeid met Christus, en gemeenschap gehad met Zijn lijden, waartoe zelfs de engelen niet in staat waren; zullen zij dan ook niet getuigen van de wetenschap der verlossing, van hetgeen zelfs waardevol is voor niet-gevallen schepselen?

De heerlijkheid van deze verborgenheid
Zelfs nu is “aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige wijsheid Gods” bekend gemaakt. En Hij “heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten;... om in de komende eeuwen de overweldigende rijkdom Zijner genade te tonen naar Zijn goedertierenheid over ons in Christus Jezus”. Efez. 3:10; 2:6,7.
“In Zijn tempel zegt Hem een iegelijk eer”, (Ps. 29:9, Statenvert.) en het lied dat de verlosten eens zullen zingen - het lied van hun belevenis - zal de heerlijkheid Gods verkondigen: “Groot en wonderbaar zijn Uw werken, Here God, Almachtige; rechtvaardig en waarachtig zijn Uw wegen, Gij, Koning der volken! Wie zou niet vrezen, Here, en Uw Naam niet verheerlijken? Immers, Gij alleen zijt heilig”. Openb. 15:3,4.
In ons leven hier, aards en door de zonde beperkt, wordt de grootste vreugde gesmaakt en de hoogste opvoeding verkregen in het dienen. En in het toekomstige leven zal, niet belemmerd door de beperkingen van een zondige mensheid, eveneens in het dienen onze grootste vreugde en hoogste opvoeding gevonden worden. Steeds zullen wij getuigen en in dat getuigen bij vernieuwing leren “de rijkdom der heerlijkheid dezer verborgenheid... welke is Christus onder u, de hoop der heerlijkheid”. Col. 1:27, Statenvert.

Hij zal tevreden over ons zijn
“Het is nog niet geopenbaard wat wij zijn zullen; maar wij weten dat, als Hij zal geopenbaard zijn, wij Hem gelijk zullen wezen; want wij zullen Hem zien gelijk Hij is”. 1 Joh. 3:2.
Dan zal Christus in de vruchten van Zijn arbeid Zijn loon aanschouwen. In die grote schare die niemand tellen kan, staande “voor Zijn heerlijkheid in grote vreugde”, (Judas 24) zal Hij, wiens bloed ons heeft verlost en Wiens leven ons heeft geleerd “de moeite Zijner ziel zien en verzadigd worden”. Jes. 53:11. -- KV, hfdst 35

Dit is het einde van dit prachtig boek Karaktervorming van EGW. Op 1 september beginnen we aan nieuw avontuur.

u bent niet geauthoriseerd om op dit bericht commentaar te geven.

Erken nu met geheel uw hart en ziel, dat niet een van alle goede beloften die de HERE, uw God, u gegeven heeft, onvervuld gebleven is. - Jozua 23:14


Copyright © Promise Ministry