Kerkzaken
Tienden en Vrouwen
Rentmeesterschap is het beheer van wat in vertrouwen aan jouw zorg is toevertrouwd. En dat is alles wat God in Zijn genade aan ons mensen geeft: leven (ook van foetussen), tijd, waarheid van Zijn Woord, eigen lichaam (gezondheid en rein leven), de aarde (milieu en natuur), bezittingen en geld. Over al deze gebieden vinden we richtlijnen voor goed beheer in de Bijbel.Rentmeesterschap is ook dat de Heer het beheer en bestuur over geografische gebieden aan de zorg van Unies en Conferenties heeft toevertrouwd. Zulke bestuursleden hebben voor God en mensen beloofd trouw te zijn aan de afspraken die wij binnen het wereldverbond van het kerkgenootschap van Zevende Dags Adventisten met elkaar maken en dat zij die richtlijnen en geloofswaarheden actief zal belijden, beschermen en uitdragen naar het geloofsvolk en de wereld. Dat ze geen trouw zullen eisen en het zelf niet geven.
Als dus ons Algemeen Kerkbestuur besloten heeft dat wij in Nederland per 1 juli 2013 vrouwen inzegenen, dan is ze een ontrouwe beheerder geworden en pleegt zij verraad aan de kerk en de Geest van God die de kerk leidt. En de vrouwen in kwestie zouden serieus bij zichzelf te rade moeten gaan of hun schouders breed genoeg zijn.
Maar we zijn zo gefocust op mammon, geld, dat we geneigd zijn rentmeesterschap te verengen tot het teruggeven of afdragen van tienden.
Wel nu, aan die tiendenpenningen zitten twee zijden: de geverzijde en de ontvangerszijde. God vraagt van beide kanten rekenschap en aan beide verbindt Hij een afkeuring voor slecht beheer en een zegen voor goed beheer. Goed beheerder zijn over Gods tienden wil dus zeggen: trouw zijn in het teruggeven en trouw zijn in het uitgeven van wat van God is. En vooral het laatste is onontbeerlijk als we willen bereiken dat de gelovige zonder een bezwaard gemoed teruggeeft. Want wat eenmaal in de schatkist is beland, is nog steeds Gods geld.
Laten we wel wezen, God heeft ons geld niet nodig, want alles is al van Hem. Maar Hij wil ons met het tiendenstelsel vertrouwen leren. Dat Híj voor ons zorgt en dat Híj door middel van onze broeders en zusters voor ons zorgt als er een nood is.
En God wil onze erkenning dat als de Here het huis niet bouwt, wij tevergeefs zwoegen.
Inderdaad moet er een knopje om. Bij ons allemaal. We zouden God niet kùnnen betalen voor Zijn zegeningen. Maar de belofte van geopende voorraadschuren in de hemel gelden zowel voor de individuele gelovige die geeft, als voor de kerk die ontvangt.
Als wij deel zijn van het wereldverbond van Zevende Dags Adventisten, dan zijn we niet bevoegd om eenzijdig een afwijkende set regels geldig te verklaren. Als we dat toch doen, dan plegen we verraad tegenover Gods kerk en tegenover Zijn Heilige Geest, die de kerk als lichaam in eenheid leidt en aan Zijn Woord, omdat wij dan eigenlijk zeggen dat de beleidsbelsuiten van de kerk niet door Gods Heilige Geest geïnspireerd zijn. Dat we tevergeefs bijelkaar komen elke 5 jaar, dat we tevergeefs bidden en slechts ceremonies en toneel opvoeren. Hoe kunnen leiders het volk trouw leren als zij dat zelf niet zijn?
Laat een ieder bij zichzelf te rade gaan welk voorbeeld hij of zij voorstelt: die van een ontrouwe of een trouwe beheerder over de vele goederen Gods.
God spreekt een oordeel uit over beide.