Geloven en doen
God houdt van variatie
Niet alle mensen zijn gelijk en ze hebben niet dezelfde eigenschappen. Ouders weten maar al te goed dat kinderen heel verschillend kunnen zijn. Toch zijn er een aantal kenmerken die vrijwel alle kinderen openbaren. Als een moeder het kleine zusje aandacht geeft wordt het oudere broertje vaak jaloers en gaat zich vervelend gedragen om zo aandacht te trekken. Wanneer het ene kind met een autootje speelt, wil het andere kind dikwijls ook met dat autootje spelen en vaak moeten de ouders tussenbeide komen om duidelijk te maken dat ze om beurten met het autootje mogen spelen.
De meeste kinderen tonen al vroeg hebzuchtige, afgunstige en zelfzuchtige eigenschappen en sommigen willen aldoor de baas spelen over hun broertjes en zusjes en anderen kunnen, wanneer ze hun zin niet krijgen, in driftbuien uitbarsten.
Maar ook in volwassen mensen kunnen wij deze karaktertrekken geopenbaard zien. Kunnen we nu zeggen dat God de mensen zo heeft geschapen en dat Hij van variatie houdt? Of moeten we eerlijk toegeven dat dit een gevolg is van de zondeval? Afgunst en jaloersheid, bijvoorbeeld, kunnen in de mens zo sterk en ingeworteld zijn, dat het verschrikkelijke gevolgen kan hebben.
Een jongeman had verkering met een meisje, maar op een gegeven moment verbrak het meisje de relatie. Maar de jongeman beschouwde het meisje als zijn eigendom en ondanks dat de verhouding verbroken was, gunde hij geen enkele andere jongeman omgang met het meisje en toen zij bevriend raakte met een ander, vermoorde hij haar. Dat was het tragische gevolg van ingewortelde afgunst en jaloersheid.
Zijn wij als christenen niet geroepen om onze kwade neigingen en verkeerde eigenschappen te overwinnen in plaats van te roepen dat God van variatie houdt?
Jaren geleden, om precies te zijn in 1989, preekte een homoseksuele predikant in Zwolle, wellicht een van de eerste homoseksuele predikanten in Nederland, over de liefdesverhouding van David en Jonathan (1 Sam. 20:17). In zijn toespraak deed deze predikant enkele opmerkelijke uitspraken, kennelijk om zijn eigen geaardheid aanvaardbaar te maken. Hij zei onder meer: “Homoseksualiteit is een geschenk van God die van variatie houdt.” “Het is de speelsheid van de Schepper, die niet houdt van eentonigheid.”
De preek van deze dominee heeft aardig wat beroering teweeg gebracht en geen wonder, want de boodschap die hij bracht was niet mis. Het betekent dat God in Zijn speelsheid homoseksuelen heeft geschapen! Is daarvoor enig bewijs in de Bijbel te vinden? We lezen: “En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed” Gen. 1:31. De Bijbel leert ons dat God de mens als man en vrouw heeft geschapen: “man en vrouw schiep Hij hen” Gen. 1:27. Een man zal “zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en zij [dus man en vrouw] zullen tot één vlees zijn” Gen. 2:24.
Geen wonder dat deze homoseksuele dominee met zijn preek beroering teweeg bracht, want hij verkondigde fabeltjes en niet Gods Woord.
Maar laten we de zaak niet al te bekrompen beschouwen. Iemand kan van nature homofiel zijn. We zijn zeker niet volmaakt. Maar iemand kan van nature ook evengoed een pedofiel zijn, die belust is op seks met kinderen. Het slachtoffer zal je kind maar wezen!
Er zijn bovendien nog wel meer seksuele afwijkende geaardheden en zouden we die dan allemaal kunnen toeschrijven aan de speelsheid van de Schepper? En iemand kan van nature bijvoorbeeld ook zeer driftig, trots en heerszuchtig zijn of sadistisch aangelegd. Wat moeten we daar dan mee? Zeker ook een geschenk van God die van variatie houdt? Wanneer wij homoseksualiteit zouden kunnen toeschrijven aan de speelsheid van de Schepper, wie kan dan tegenspreken dat wij met hetzelfde recht ook de andere seksuele afwijkingen kunnen toeschrijven aan goddelijke variatie, samen met alle natuurlijke driften en geaardheden in de mens?
Wanneer er vrijwel geen weerstand aan het verkeerde wordt geboden, zal het gaan groeien en in omvang toenemen. Maar God heeft een volk op aarde geroepen om het verkeerde tegen te gaan. God verwacht dat wij geen kunstig verdichte fabelen verkondigen en ons oor afwenden van de waarheid, maar een duidelijk getuigenis zullen geven van wat waarachtig is.
Maar hoe is de situatie nu sinds deze homoseksuele predikant in Zwolle meer dan 25 jaar geleden zijn preek heeft gehouden? Is er nog zoveel beroering bij het horen van dergelijke onwaarheden en heeft Gods volk getrouw weerstand geboden aan het verkeerde en aan het vals beschuldigen van de Schepper?
In Advent, 2/2015 (juli 2015), staat een artikel over andere dan heteroseksuele geaardheid met als titel: “Verwonder je over de diversiteit van de Schepping,” en verderop als ondertitel: “God heeft je geschapen zoals je bent.”
Wie had dat ooit kunnen denken dat de preek van de Zwolse homoseksuele predikant zelfs in Adventistische kringen na zoveel jaren weerklank blijkt te hebben gevonden? In plaats van een waarachtig Bijbels getuigenis te geven, heeft de Adventkerk in Nederland zich blijkbaar tot fabelen gekeerd en worden verkeerde natuurlijke neigingen toegeschreven aan de speelsheid van de Schepper: “God heeft je geschapen zoals je bent.”
Het is beslist niet waar dat God de mens met andere dan heteroseksuele geaardheden heeft geschapen. God heeft de mens volmaakt geschapen en de andere natuurlijke geaardheden zoals homofilie, pedofilie, afgunst, hebzucht, heerszucht en alle andere onvolmaakte eigenschappen, zijn een gevolg van de zondeval. En God roept de mens zeker niet op tot acceptatie van deze eigenschappen maar om ze gewillig te overwinnen. Dat zal niet gemakkelijk en eenvoudig zijn om onvolmaakte geaardheden te overwinnen, of het nu homofilie betreft, ingewortelde drift, afgunst of jaloersheid, dat maakt weinig verschil, maar de onbegrensde kracht van de ganse hemel staat ons ter beschikking tegen elke verkeerde seksuele neiging en tegen alle onvolmaakte eigenschappen en geaardheden.
Ellen White bevestigt: “Christus heeft Zijn Geest gegeven als een Goddelijke macht om alle geërfde en aangekweekte neigingen tot het kwaad te overwinnen en Zijn eigen karakter op de gemeente te drukken” (Wens, p. 560).
Hoewel het niet gemakkelijk is om onze verkeerde geaardheden en zondige neigingen te overwinnen, mag niemand de gedachte koesteren dat het onmogelijk is. We moeten bedenken dat er in werkelijkheid voor geen enkele zonde en geen enkele verkeerde neiging een excuus bestaat.
Laten we nu, terwijl er nog genade is, een beroep doen op Gods vergevensgezindheid en almacht en laten we serieus en vastberaden de gelegenheid aangrijpen om door de kracht van Zijn Geest ons leven in harmonie te brengen met Zijn wil, voordat het te laat is en we tot de ontstellende erkentenis moeten komen dat we een onreine dwaalweg hebben bewandeld.
In hoofdstuk 16, getiteld “Homoseksualiteit” van het waardevolle boek “Testimonies on Sexual Behavior” schrijft Ellen White: “Kerkleden behoren te vasten en te bidden, ernstig strevend om door het bloed van het Lam en het woord van hun getuigenis te overwinnen. Geen enkel deel van Sodomietische onreinheid zal de toorn Gods in het oordeel ontgaan. Zij die geen berouw tonen en alle onreinheid nalaten, zullen met de zondaars vallen. Zij die leden van de koninklijke familie worden en Gods koninkrijk op de vernieuwde aarde vormen, zullen heiligen zijn en geen zondaars” (p. 119).
In een voetnoot, op dezelfde bladzijde, lezen wij een belangrijke en duidelijke mededeling: “Het 1977 Annual Council van de Zevende- dags Adventistische kerk heeft haar stem uitgebracht dat “grove seksuele perversiteiten, met inbegrip van homoseksuele praktijken, worden gekenmerkt als misbruik van de seksuele vermogens en een overtreding van de Goddelijke bedoeling in het huwelijk… Redenen waarvoor een persoon kan worden geroyeerd als lid van de kerk der Zevende-dags Adventisten omvat ‘homoseksuele praktijken en andere perversiteiten’” (SDA Church Manual, revised 1986, p. 162).
Het Nederlandse Kerkelijk Handboek (2008), geeft een opsomming van 12 punten waarbij kerkelijke tucht kan worden toegepast. Bij punt 4 wordt onder meer “het praktiseren van homoseksualiteit” genoemd. (p. 234).
Het artikel in Advent 2, juli 2015, “Verwonder je over de diversiteit van de Schepping,” roept dringend om berouwvolle, welgemeende rectificatie. Het gaat in dit artikel heel duidelijk over acceptatie van openlijke, praktiserende homoseksualiteit. Er is sprake van een partner en we lezen dat “nog lang niet alle leden positief staan tegenover openlijke homoseksualiteit” en de onmiskenbare conclusie aan het eind van het artikel is: “Het is heel goed dat het verhaal van andersseksuelen op een positieve manier benoemd wordt, dat is bemoedigend… God heeft je geschapen zoals je bent. Hij heeft je lief en veroordeelt je niet.”
“God heeft je geschapen zoals je bent. Hij heeft je lief en veroordeelt je niet.” Wat een verschrikkelijke misleiding waarvan het resultaat niet is te overzien. Wanneer jongeren dit lezen worden ze op het verkeerde been gezet. Wanneer in de pubertijd andere dan hetero gevoelens tot ontwikkeling komen, geeft dit geen motivatie om zich bewust volgens Gods plan te ontwikkelen, maar eerder om hun gevoelens de vrije teugel te geven en hun seksuele verlangens uit te leven zoals hun eigen natuur hen dat ingeeft. God heeft je immers geschapen zoals je bent en Hij heeft je lief en zal je niet veroordelen. En we mogen ons toch verwonderen over de diversiteit van de Schepping?
Maar niet alleen voor jongeren is dit ronduit misleidend; ook voor onnadenkende, goedgelovige volwassenen is dit een duidelijke valstrik. God is weliswaar liefdevol, maar Hij is ook rechtvaardig en Hij zal het zondige en verkeerde zeker niet ongestraft laten.
Het is volkomen waar, we moeten begrip tonen en liefde hebben voor mensen die anders zijn en we mogen zeker niet discrimineren, maar ook beslist niet goedpraten wat niet juist is.
Wat de wereldvoorzitter van onze kerk zo dringend bepleit, is zeer urgent. Er moet een opleving en reformatie plaatsvinden in onze kerk. Laten we ons bekeren van onze dwaalwegen en laten we toegewijd Gods weg volgen door gehoorzaam Zijn wil en Woord te volbrengen. De ganse hemel zal ons daarbij terzijde staan.
J. Voerman