Geloven en doen
De Zegeningen van het Zoenoffer van Christus
Wat een schoonheid vinden we in de Bijbel.
Wat een rijkdom voor degene die wil zoeken naar de verborgen schat.
Wat een liefde van de Vader en de Zoon en wat een kennis door de Heilige Geest.
Wat een begrijpen van de waarheid, het woord.
Wat een genade door Jezus Christus.
De Bijbel presenteert aan mij zo een sluitende verklaring van de betekenis van het zoenoffer van Christus, dat het mij aanspoort om u deelgenoot te maken van de zinsverrukking die het bestuderen van het woord van God mij geeft. Wat een middelpunt van mijn verlangen.
Inderdaad: Er is een verlangen in de mens, dat alleen door Jezus vervuld kan worden. Er is een razende storm, die alleen door Jezus gestild kan worden. Hij heeft het brood dat maakt dat wij nimmer meer hongeren en het water dat maakt dat wij nimmermeer dorst krijgen. Hij is het licht op ons pad, dat ons de weg naar het nieuwe Eden wijst. Hij is het die Zijn gebeden voortdurend voor ons opzendt. Hij alleen is het, Die als Brood, Licht en Gebed voortdurend (tamid – Daniel 8:11-13; 11:31; 12:11) voor God staat als Pleitbezorger voor mij. Hij is alles in al; alles wat ik mij zou kunnen wensen, omdat Hem te kennen, àlles te boven gaat.
Van horen zeggen had ik van U vernomen, maar nu hebben mijn eigen ogen Uw schoonheid aanschouwd.
Daarom: mijn ziel maakt groot de Here, want ik heb het niet verdiend dit groot voorrecht pardoes in de schoot geworpen te krijgen, namelijk Hem te mogen leren kennen en met heel mijn hart en elke cel en alles wat in mij is vol verwondering te mogen zeggen: ik ben inderdaad een kind van God.
Ik heb U hartelijk lief, HERE, mijn sterkte! O HERE, mijn steenrots, mijn vesting en mijn bevrijder, mijn God, mijn Rots, bij wie ik schuil, mijn schild, hoorn mijns heils, mijn burcht! (Psalm 18:2,3)
Romeinen 8:33-39 God is het, die rechtvaardigt; 34 wie zal veroordelen? Christus Jezus is de gestorvene, wat meer is, de opgewekte, die ter rechterhand Gods is, die ook voor ons pleit. 35 Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus? Verdrukking of benauwdheid, of vervolging of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard? 36 Gelijk geschreven staat: Om Uwentwil worden wij de ganse dag gedood, wij zijn gerekend als slachtschapen. 37 Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. 38 Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, 39 noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here. |
Als God mij rechtvaardigt, omdat mijn geweten, dat door gehoorzaamheid aan Zijn heilige voorschriften hervormd is, mij niet meer veroordeelt, kan niemand mij veroordelen. Ze kunnen het wel proberen, maar hun oordeel rolt af, als een waterdruppel van een geolied glasoppervlak. Als God mij rechtvaardigt door de verdienste van Zijn Zoon, die, nadat Hij voor mij gestorven is, aan de rechterhand van God voortdurend voor mij pleit, waar mijn gebeden van dankzegging en wanhoop door de vertaling van de Heilige Geest als heerlijke wierook over het voorhangsel van Zijn lichaam opstijgt in de neus van God, kan niets of niemand mij de liefde van Christus afpakken. Want ik mag er zeker van zijn dat als God dat alles voor mij heeft overgehad, ja, zelfs de dood des kruises, dat er niets Hem belemmert om van harte van mij te houden. Wat er ook gebeurt in mijn leven. Ik hoef niet te twijfelen en dat doe ik dan ook niet, zelfs als mijn hart verdrietig is en mijn tranen vloeien als een soela, ik weet Hij is van mij en ik ben van Hem! |
1 Korintiërs 15:16-18 16 Immers, indien er geen doden opgewekt worden, dan is Christus ook niet opgewekt; 17 en indien Christus niet is opgewekt, dan is uw geloof zonder vrucht, dan zijt gij nog in uw zonden. 18 Dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren. |
Omdat Christus als mens is gestorven en als mens is opgewekt, kan ik ervan verzekerd zijn dat ook ik eens, als ik gestorven ben, als mens uit de dood zal opstaan. De Bijbel geeft mij de zekerheid dat als iemand leert dat er geen doden worden opgewekt, zijn evangelie zonder inhoud en doel is. Maar Christus is juist mens geworden om mij te laten weten wat mijn doel is: de zonde te overwinnen ten leven, door en samen met Hem. |
Efeziërs 1:3 3 Gezegend zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons met allerlei geestelijke zegen in de hemelse gewesten gezegend heeft in Christus. |
En die geestelijke rijkdom heeft God mij zomaar gegeven! Dat te mogen beseffen, is zo geweldig dat ik het uitschreeuw: Mensen, God houdt werkelijk van ons! Laten we Zijn naam aanroepen en die van Jezus, want dat zijn de enige namen van verzoening en verlossing. |
Kolossenzen 1:16-17 16 want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; 17 en Hij is vóór alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem; |
Want Hij is onze Schepper, en God laat Zijn schepping niet verloederen. Alle zichtbare dingen en alle onzichtbare dingen, zelfs de manipulaties en leugens der mensen, zijn voor Hem niet verborgen. Alles dankt zijn bestaan aan Hem: elke adem in mijn neus, elke hartslag die mijn levensbloed rondpompt, elk wondje aan mijn vinger dat wonderwel geneest, elke grijswordende haar op mijn hoofd is door Hem geteld. Daarom leeft niemand voor zichzelf, maar in de eerste plaatst voor God. Ik leef mijn leven ook voor God, want er is niemand anders die mijn leven zo vervult als Hij. |
Hebreeën 8:1,2 1 De hoofdzaak van ons onderwerp is, dat wij zulk een hogepriester hebben, die gezeten is ter rechterzijde van de troon der majesteit in de hemelen, 2 de dienst verrichtende in het heiligdom, in de ware tabernakel, die de Here opgericht heeft, en niet een mens. Hebreeën 9:11,12 11 Maar Christus, opgetreden als hogepriester der goederen, die gekomen zijn, is door de grotere en meer volmaakte tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van deze schepping, 12 en dat niet met het bloed van bokken en kalveren, maar met zijn eigen bloed eens voor altijd binnengegaan in het heiligdom, waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf. |
Christus: mijn zondoffer en pleitbezorger bij de Troon. Hoofdzaak: alleen de Hogepriester kon en mocht alle diensten verrichten. Christus is zulk een Hogepriester. Een die vrije en voortdurende (tamid) toegang heeft – niet zoals de aardse hogepriester, slechts eenmaal per jaar, met het bloed van dieren. Nee, Hij smeert Zijn eigen zondeloos en smetteloos bloed aan de hoornen van het gouden altaar en sprenkelt het voor het voorhang in de tempel van God, de werkelijkheid van de aardse schaduwtabernakel. Bokken en kalveren zijn de offers die gebracht werden om de tabernakel en later de tempel op aarde in te wijden (Leviticus 9:1-4, 24; 2 Kronieken 5:6). Christus heeft met Zijn eigen bloed het hemelse tabernakel ingewijd en daarmee de tabernakel in de hemel opgericht, waardoor er een plaats is waar Hij voor ons dichtbij de troon van God kan pleiten en ons aanspraak kan laten maken op Zijn bloed voor onze rechtvaardigmaking. Niet slechts als priester of offer, maar in de hoedanigheid van de hoogste pleitbezorger voor de zondaar: de Hogepriester. |
Hebreeën 7:25 25 Daarom kan Hij ook volkomen behouden, wie door Hem tot God gaan, daar Hij altijd leeft om voor hen te pleiten. |
Omdat God niet alleen Schepper, maar ook Herschepper is, kan Hij volkomen behouden, wie Zijn Voorziening van Verzoening aanvaardt. Hij reikt het mij gratis aan, want het is Zijn lust en Zijn leven om Zichzelf voor mij te geven. Zijn hele wezen is erop gericht om mij te redden voor Zijn koninkrijk. En Hij heeft Zijn trouw aan mij meer dan voldoende bewezen. Meer bewijzen heb ik niet nodig. |
1 Petrus 3:21-22 21 Als tegenbeeld daarvan redt u thans de doop, die niet is een afleggen van lichamelijke onreinheid, maar een bede van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus, 22 die aan de rechterhand Gods is, naar de hemel gegaan, terwijl engelen en machten en krachten Hem onderworpen zijn. |
En die redding begint met mijn erkennen van de gebrachte Voorziening van Verzoening; door in mijn leven te laten zien dat ik mijn geweten hervormd wil laten worden door Hem. Daar heb ik van getuigd toen ik ermee instemde mij te laten dopen. Dat goede geweten wordt slechts gevormd door gehoorzaamheid, net als hoe Jezus Zich liet dopen uit gehoorzaamheid. Hij had immers geen onreinheid af te wassen, maar verlangde voor alles naar een rein geweten voor God, opdat de Vader en de Geest Hem konden bezielen om Zijn dienstwerk ten behoeve van mij tot een goed einde te brengen. Ik ben blij dat Hij dat heeft volbracht, want nu heeft Hij alle macht om ook de laatste etappe samen met mij te gaan, op naar Zijn koninkrijk voor eeuwig en altijd. Daarom heeft de kinderdoop geen waarde, want kinderen beseffen niet wat er gebeurt en kunnen geen gebed van een goed geweten uitspreken tot God. En omdat zulk een gebed een persoonlijke getuigenis is, kan geen ouder het voor zijn kind uitspreken. Hij kan slechts bidden dat zijn kind bij het bereiken van de jaren des onderscheids zelf tot de conclusie komt dat hij God heel hard nodig heeft. Laten wij, die dit alles beseffen, daarom afleggen wat kinderlijk is en God de eer geven voor onze volwassenheid. |
1 Johannes 1:9 9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. |
Ofschoon ik een zondaar ben, hoef ik niet te wanhopen als ik ondanks mijn goede voornemens voor een goed geweten struikel. Ik heb een Pleiter, die mij voortdurend wil vergeven en mij elke dag wil wassen met hysop en mij wil bekleden met Zijn eigen witte klederen van gerechtigheid, als satan elke dag aan mijn voordeur staat om mij aan te klagen. Als ik maar eerlijk wil zijn tegenover Hem en mijn zonden wil belijden in nederigheid, niet eisen dat ik aansprak maak op vergiffenis, maar verdrietig smeken om mij te vergeven van het verdriet dat ik Hem aandoe. Wat zonde is, heeft Hij mij uitgelegd toen ik voor Hem koos, en Hij heeft mij ook verteld hoe ik zonde kan vermijden. Maar als ik val, dan is Zijn trouwe hand naar mij uitgestrekt, om, als ik die vastgrijp, mij weer op te richten. Hij slaat zelfs het stof van de wereld van mij af en spoort mij aan om zonder angst de volgende stap te nemen. |
Hebreeën 10:26 26 Want indien wij opzettelijk zondigen, nadat wij tot erkentenis der waarheid gekomen zijn, blijft er geen offer voor de zonden meer over, |
Maar Hij kan mij niet oprichten en met mij voortgaan als ik in het stof der aarde wil blijven zitten en mezelf misleid met: “Iedereen doet het en ik hoef niet anders te zijn. Het is de cultuur van het land waar ik woon en God is heus niet zo kleinzielig mij dat kleine beetje plezier te ontzeggen.” Zou God het echt niet zo nauw nemen? Is het bloed van de Zoon van Zijn boezem zo goedkoop om verspild te worden? Als wij willens en wetens doorgaan met zondigen, is er voor ons geen zoenoffer meer. |