Kwartaal gedichten
Berouw - Psalm 51
(posted: 5 juli 2019)
1 Voor de koorleider. Een psalm van David,
2 toen de profeet Natan hem terechtwees, nadat hij met Batseba overspel had gepleegd en haar man Uriah had vermoord. 3 Schenk mij uw genade, o God, uit de goedheid van uw hart, doe mijn zonden van mij weg, vanwege uw grote liefde;
4 verschoon mij van de vuiligheid die aan mij kleeft, vergeef mijn zonden.
5 Want ik weet wat ik verkeerd heb gedaan, mijn zonde staat op mijn voorhoofd gegrift.
6 Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, en Uw naam grote oneer aangebracht, uw terechtwijzing komt mij daarom absoluut toe, want u bent een rechtvaardige rechter.
7 Zie, ik ben een zondig mens van mijn geboorte af, het lijkt alsof het bij mij in de genen zit.
8 Zie, Gij maakte bekend wat ik angstvallig geheim had willen houden, en bracht alles aan het licht.
9 Schrob de zonde met zeep van mij af, dan ben ik rein, was mij, dan ben ik witter dan sneeuw;
10 Help mij om weer blij te zijn; om deze verschrikkelijke tijd achter mij te laten, want het heeft mij bijna kapot gemaakt.
11 Keer u niet van mij af, uit afschuw voor mijn zonden, maar koop mij vrij van schuld.
12 Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw mij, zodat ik mij aan u blijf vasthouden;
13 verwerp mij niet als uw kind en laat uw Heilige Geest tot mij blijven spreken;
14 Help mij de blijdschap van verlossing te ervaren en geef mij de wil om alleen uw wil te doen.
15 Dan zal ik hen die fouten maken, zoals ik heb gedaan, helpen zich tot u te bekeren.
16 Red mij, want ik heb bevel gegeven om iemand op afschuwelijke wijze te vermoorden, o God van mijn verlossing, laat ik mijn mond voortaan gebruiken om mensen over uw gerechtigheid te vertellen;
17 Here, open mijn lippen voortaan alleen om u te eren.
18 Want Gij verlangt van mij geen ingewikkelde boetedoeningen; die zeggen u helemaal niets.
19 Gij wilt dat ik verdriet heb over de zonden die ik heb gedaan; een verbroken en verbrijzeld hart wijst gij nooit af, o God.
20 Doe wèl aan het volk waar u van houdt en bescherm haar kinderen tegen afval.
21 Dan zult Gij blij zijn met de offers, die zij u brengen vanuit een gereinigd en vergeven hart.