Bijbelstudie
Gods uitdaging 2
posted 2 nov 2014
Als we praten over de profetieën die het hebben over de toestand van de tijd waarin we nu leven – de tijd van het einde, noemt de Bijbel onze tijd - dan komt eigenlijk iedere christen allereerst uit bij de woorden van Jezus zelf in Matteüs 24. God bewijst zich ook in onze tijd.
Jezus en Zijn discipelen liepen op een dag de tempel uit en Zijn discipelen wezen Hem op de prachtige gebouwen van de tempel. Het tempelcomplex was echt schitterend gebouwd. Maar dan vertelt Jezus hen dat geen enkele steen op de andere gelaten zal worden, dat de tempel en alles eromheen volledig afgebroken zou worden, tot de laatste steen en dat de tempel leeggeroofd zou worden.
Als je de geschiedenis van het Joodse volk een beetje kent, dan besef je dat de eerste vernietiging van Jeruzalem en de tempel ongeveer 640 jaar daarvoor voor hen de Grote Trauma uit hun geschiedenis was. Het was al eens gebeurd: Het eerste wereldrijk, Babel, had dat gedaan. Dat het weer zou gebeuren, was een enorme schrik.
De discipelen waren er danig van in de war en toen ze later op de Olijfberg zaten en neerkeken op de tempel, die stond te schitteren in de ondergaande zon, vroegen ze de Heer: “Meester, vertel ons wanneer gaat dat allemaal gebeuren, de vernietiging van de tempel en de vernietiging van de wereld?”
Ze stelden Jezus eigenlijk twee vragen en ze kregen ook twee antwoorden.
Eerst geeft Jezus een beschrijving van hoe de mensen met elkaar om zouden gaan aan het einde van de tijd (vs 4-14): liefdeloos, oorlogen, hongersnoden en aardbevingen, valse leer in de kerk, maar dat te midden van dat alles het evangelie gepredikt zou worden tot aan het einde van de wereld.
Daarna noemt Hij dingen die zouden gebeuren als de stad en de tempel verwoest zouden worden (vs 15-20): de geschiedenisboeken geven aan Zijn voorspelling tot in details is uitgekomen – De Romeinse generaal Vespasianus hief de belegering van de stad op, omdat hij tot keizer was uitgeroepen. De christenen, die zich de voorspelling van Christus herinnerden, vluchten de stad uit, naar een stad aan de overzijde van de Jordaan - Pella. Toen de nieuwe veldheer, Titus, de zoon van Vespasianus, met het Romeinse leger de stad weer omsingelde, kon niemand er meer in of uit. Iedereen die de stad uitvluchtte, werd gekruisigd. Toen het leger de stad binnenstormde, kwamen zeker 3 miljoen joden om. De rest werd als slaaf weggevoerd naar Rome. Ze hebben het Colosseum gebouwd, waar later hun broederen en de christenen voor de leeuwen werden gegooid. Hoe ironisch!
Titus wilde de prachtige tempel sparen, maar een Romeinse soldaat gooide een fakkel naar binnen.
Om het gesmolten goud, waarmee de binnenmuren versierd was, uit de voegen van de stenen te schrapen, is de tempel tot de laatste steen afgebroken. De beroemde Klaagmuur in Jeruzalem is maar een stuk van de oude stadsmuur, maar van de tempel is echt niets meer over. Op de tempelberg staat nu de Al Aksa moskee.
Op de Triomfboog van Titus in Rome zie je afgebeeld hoe Romeinse soldaten de oorlogsbuit – de spullen uit de tempel in Jeruzalem, o.a. de zes-armige kandelaar en trompetten – naar Rome wegvoeren.
En daarna gaat Jezus terug naar het eerste antwoord en vertelt over dingen, die zouden plaatsvinden aan het einde van de tijd (vs 21-29): de grote vervolging door de afvallige staatskerk van Rome, die uiteindelijk 1260 jaar heeft geduurd tot 1798. Vlak na die periode van verdrukking zouden er tekenen zijn aan zon, maan en sterren.
Jezus zegt dat de tekenen van het einde zo onmiskenbaar zouden zijn, dat niemand zou hoeven te raden wat er aan de hand is. Iedewreen zou weten dat het bovennatuurlijke verschijnselen zijn.
Hij maakt daarna een cryptische opmerking: "Waar het aas is, daar zullen de gieren zich verzamelen" (vs 28). Het woord 'gieren' is in deze tekst in de meeste Bijbels verkeerd vertaald. Jezus zegt niet gieren, maar arenden. Echter, arenden voeden zich niet met aas. Ze vangen levend prooi. Deze woorden van Jezus moeten we begrijpen in context van wat Hij daarvoor zegt.
Wanneer je de stad die ten dode opgeschreven is, de heilige plaats die weldra vol lijken zal zijn, omringd ziet door de Romeinse legers ... Het symbool, de standaard, van Rome was de arend; het symbool van de godsdienst van Rome was de rode draak - de gruwel die verwoesting brengt. Jezus zegt: Als je die dingen ziet, dan weet je dat de tijd om te vluchten gekomen is.
En dan zegt Hij het iets duidelijker: Leer van de vijgenboom. Je weet precies wanneer het zomer wordt, want dan zie je dat de knoppen uitkomen. M.a.w. de tekenen zullen duidelijk zijn; niet te missen.
Hij zegt: zoals het was in de dagen voor de Zondvloed, zo zal het op het eind ook zijn. Niemand maakte zich toen druk; ze lachten Noach uit, terwijl ze hem hielpen om een grote boot te bouwen. Ze hadden nog nooit wolken of regen gezien, dus maakten ze zich geen zorgen. Zo is het vandaag vaak ook.
Christenen mogen roepen hoe ze willen, ze lachen ons uit, omdat het einde van de wereld iets is wat ze zich niet kunnen voorstellen. Maar dat betekent niet dat het niet waar is!
Hij zegt: zoals het was in Sodom en Gomorra, zo zal het op het eind ook zijn. Hoe was het toen? Groot moreel en seksueel verval. En als we tegenwoordig om ons heen kijken dan is het grootste verval van de afgelopen eeuw de seksuele immoraliteit, die als een pandemie om zich heen grijpt. Overspel, seks met dieren, seks met mensen van hetzelfde geslacht, seks voor en buiten het huwelijk, kinderen die te vroeg beginnen en volwassenen die kleine kinderen misbruiken. De mensen in Sodom dachten dat ze ongehinderd door zouden kunnen gaan. Maar God keerde die twee steden letterlijk om. Tegenwoordig is er niets meer van over dan een dode, zoute binnenzee in een dorre vlakte.
Tegenwoordig hoor je veel voorspellingen voor een jaar of een datum: 2012, 2035, 2050. Jezus zegt dat niemand kan weten wanneer het afgelopen is met deze aarde. Zelfs de engelen weten het niet, zelfs Hij weet het niet. Dus we hoeven niet bang te zijn voor films als Star Wars of Apocalyps, of 2012. Dat is allemaal fantasie.
De antwoorden op de twee vragen van de discipelen staan dus een beetje door elkaar, maar uit de geschiedenis weten we exact waar we staan – welke dingen wel en welke dingen nog niet in vervulling zijn gegaan. Jezus geeft ons belangrijkere tekenen, waar we op moeten letten, als we willen weten of het nog lang duurt.
Jezus zegt dat vlak na de grote verdrukking van 1260 jaar - die eindigde toen de macht van de katholieke kerk op het geweten van mensen verbroken werd, toen de generaal van keizer Napoleon van Frankrijk, Berthier, de Paus gevangen nam in 1798 - de tijd van het einde begint. Hij zegt erbij dat die verschrikkelijke periode van vervolging ingekort zou worden, omdat anders er geen ware gelovigen zouden overblijven.
De schattingen voor de slachtoffers van de Roomse vervolging in de middeleeuwen lopen uiteen van 30-200 miljoen. In 1798 wordt de verdrukker de macht ontnomen – de paus wordt afgezet. De katholieke kerk raakt daarmee ernstig gewond en hersteld zich pas weer in 1929, als de paus zijn grondgebied en zijn kerkelijke positie terugkrijgt (Verdrag van de Lateranen). De Bijbel zegt dat zijn dodelijke wond op wonderbaarlijke wijze geneest (Openbaring 13:3,12).
De inquisitie – de kerkvervolging – eindigde dus al eerder dan 1798. In 1715 vond het laatste kettergericht in Mexico plaats en in 1783 de laatste brandstapel in Spanje. Uiteindelijk is de inquisitie in Spanje pas in 1820 officieel afgeschaft en in de katholieke kerk heeft het Inquisitie Instituut pas in 1965 een andere naam gekregen. Het heet nu: Congregatie van Geloofsleer, het doel is hetzelfde: waken over de dogama van de Kerk.
Wel nu, die Eindtijd werd ingeluid met de meest opmerkelijke serie tekenen: de tekenen van een grote aardbeving en tekenen aan zon, maan en sterren. Dit zijn de laatste tekenen die de Bijbel voorspelt vóór het echte einde daar is. Ik krijg er, elke keer als ik het lees, weer kippenvel van, want ze zijn precies zo gebeurd zoals Jezus heeft voorzegd.
De apostel Johannes krijgt in het Bijbelboek Openbaring, in hoofdstuk 6, een visioen van de Here Jezus, waar Hij het over dezelfde gebeurtenissen heeft als Hij Zijn discipelen vertelde in Matteus 24. Openbaring 6 correspondeert ontegenzegelijk met Matteus 24.
De zeven zegels
Zoals de profetie over de opkomst van de wereldmachten in het Bijbelboek Daniel vijf keer wordt verteld, zo wordt de geschiedenis van de christelijke kerk in het Bijbelboek de Openbaring drie keer verteld, iedere keer met andere en nieuwe details doormiddel van gemeenten, bazuinen en zegels.
In de profetie over de zeven zegels in Openbaring 6 wordt, net zoals bij de zeven gemeenten en de zeven bazuinen, aan Johannes een profetie gegeven over gebeurtenissen die kenmerkend zijn voor de opeenvolgende perioden van de christelijke kerk door de eeuwen heen, tot aan de wederkomst. Door de bestudering van deze profetieën worden we in staat gesteld om onze positie in de tijd te bepalen, om a.h.w. te weten “hoe laat het is op Gods klok.”
Bij het openen van het eerste zegel (Openbaring 6:1, 2) verschijnt er een wit paard.
"En ik zag, en zie, een wit paard, en die erop zat, had een boog en hem werd een kroon gegeven, en hij trok uit, overwinnende en om te overwinnen."
Dit is een voorstelling van de vooruitgang van het evangelie in de eerste eeuw. Door de vurige zendelingen van de eerste gemeente werd het evangelie verkondigd in de "hele schepping onder de hemel" (Kolossenzen 1:23). Het witte paard stelt de gemeente voor in haar oorspronkelijke zuiverheid. De kroon verwijst naar haar overwinning over de bolwerken van de vijand. Binnen 100 jaar was het goede nieuws inhet hele rijk verspreid!
Het tweede zegel (Openbaring 6:3, 4) openbaart een rood paard. In dit bloedig tafereel wordt de vrede van de aarde weggenomen en velen worden met een groot zwaard gedood. Vanaf het begin van de tweede eeuw tot aan het edict van Constantijn in 313 AD, was in het Romeinse rijk het christendom een verboden godsdienst. De christenen werden er hard en bloedig vervolgd.
Het openen van het derde zegel (Openbaring 6:5, 6) geeft ons een zicht op de toestand van het christendom tijdens de 200 jaar volgend op 313 AD. Het zwarte paard toont dat de kerk haar oorspronkelijke zuiverheid verloren heeft. De ruiter heeft in zijn hand een weegschaal. Een stem laat weten dat de hoeveelheid geld die voorheen een waarde had van een volledig dagloon (Matteüs 20:2), nu niet meer waard is dan een maat tarwe. Dit is een passende voorstelling van de gevolgen van de inspanningen van Constantijn de Grote om het heidendom met het christendom te verenigen tot een goedkope staatsgodsdient. Voordien kostte het getuigenis van een christen hem zijn leven. Nu had christen-zijn zo weinig waarde, dat iedere verdorven heiden in de straat lid kon worden van de kerk.
Het openen van het vierde zegel (Openbaring 6:7, 8) brengt een vaal paard op het toneel. Letterlijk staat er: chlorotisch.” Zoals een plant, die te weinig zonlicht krijgt, er gelig groen en ziek uitziet, wordt hier het beeld getoond van een levensloze en zieke kerk. De ruiter van dit paard is de Dood en het dodenrijk volgt hem op de voet. Dit is een voorstelling van de kerk tijdens de donkere middeleeuwen, waar het vuur van de ware godsvrucht bijna was uitgedoofd. "En hun werd macht gegeven over het vierde deel der aarde om te doden, met het zwaard, met de honger, met de zwarte dood en door de wilde dieren der aarde."
De vervolging van de ware godsdienst was in die tijd zo verschrikkelijk dat Jezus zei: “En indien die dagen niet ingekort werden, zou geen vlees behouden worden; doch ter wille van de uitverkorenen zal die tijd worden ingekort." (Matteüs 24:22)
Bij het openen van het vijfde zegel (Openbaring 6:9-11 ), verandert het gezicht. De miljoenen martelaren die in de voorbije eeuwen werden gedood, worden nu gezien als roepend tot God: “Tot hoelang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen?" Het antwoord luidt "dat zij nog een korte tijd moesten rusten."
De eerste vijf zegels brengen ons tot midden in de jaren 1700. Onze aandacht wordt nu gevraagd voor de tekenen van het einde die verschijnen onder het openen van het zesde zegel (Openbaring 6:12, 13). Na de tijd van de grote verdrukking zouden deze tekenen plaatsvinden.
Er staat: “En daar geschiedde (1) een grote aardbeving en (2) de zon werd zwart als een haren zak en (3) de maan werd geheel als bloed. En (4) de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgenboom zijn wintervijgen laat vallen, wanneer hij door een harde wind geschud wordt” (Openbaring 6:12,13).
Zoals het was bij de plagen van Egypte, toen God Israel uit slavernij bevrijde, waren de plagen op zich normale natuurverschijnselen in Egypte. Farao en zijn magiërs waren daarom eerst totaal niet onder de indruk. Ze konden die kunstjes ook. Maar al bij de vierde plaag beseften ze dat ze met een hogere macht te maken hadden en dat zij geen kunstjes hadden om de plagen te laten verdwijnen. Het bovennatuurlijke werd nog eens onderstreept door het feit dat de plagen in heel Egypteland werden gevoeld, behalve in de woonwijk Goshen, waar de Israëlieten woonden!
Precies zo is het met de vervulling van deze voorspellingen van Jezus. Mensen zullen aanvoeren dat het normale natuurverschijnselen waren, maar ze staan in de geschiedenisboeken opgetekend als iets totaal anders! Iedereen, die dat wil, kan ze verifiëren.
Teken#1: Grote Aardbeving
1 november 1755, "daar geschiedde een grote aardbeving." (Op. 6:12)
Bron: Encyclopaedia Britannica (1961 ed.), Vol. 7, p. 848.
In 1755 deed zich de ergste aardbeving voor die tot op dat ogenblik was voorgekomen. Hoewel deze aardbeving te boek staat als”de aardbeving van Lissabon", werd ook een groot deel van Europa tot in Finland, Noorwegen en Zweden en Noord Afrika en Amerika getroffen. De schok werd gevoeld op Groenland en in het Caraibisch gebied. Tsunami’s van 20 meter hoog overspoelden de kust van Noord Afrika, Madeira, Martinique en zelfs Barbados. Een 3 meter hoge tsunami overspoelde de kust van Cornwall aan de Zuid Engelse kust en de westkust van Ierland. Een oppervlakte van meer dan vier miljoen vierkante mijl. Een groot deel van Algiers werd verwoest en vlakbij de grens met Marokko werd een dorp van acht- tot tienduizend inwoners verzwolgen. Een geweldige vloedgolf spoelde over de kusten van Spanje en Afrika, waardoor hele steden werden meegesleurd en een verschrikkelijke verwoesting werd aangericht. Maar de aardbeving was het zwaarst in Spanje en Portugal. De tsunami die Cadiz bereikte, was achttien meter hoog – een gebouw van 6 verdiepingen!
“Enkele van de hoogste bergen van Portugal beefden op hun fundamenten en enkele bergtoppen werden op een spectaculaire manier opengereten, terwijl er vele kolossale rotsblokken in de aangrenzende dalen werden geslingerd. Volgens de berichten schoten er vlammen uit de opengescheurde bergen omhoog.
In Lissabon “werd de aardbeving voorafgegaan door ondergronds gerommel. Onmiddellijk daarna stortte het grootste deel van de stad in onder een zware schok. In zes minuten tijd kwamen zestigduizend mensen om het leven. De zee liep eerst terug, zodat een deel van de zeebodem bloot kwam te liggen. Toen kwam er ineens een vloedgolf aanrollen die zeker vijftien meter hoger was dan de normale zeespiegel.” (Sir Charles Lyell, Principles of Geology, p. 495).
“De angst van de mensen was onbeschrijfelijk. Niemand huilde. Men kon gewoon niet huilen. Ze sloegen zich van wanhoop op het hoofd en op de borst en riepen: 'Misericordia! Het einde van de wereld!'”
Teken #2: Zonsverduistering
19 mei 1780, "de zon werd zwart als een haren zak." (Op. 6:12)
Bron: The Boston Gazette and the Country Journal, May 29, 1780, p. 4.
Een inktzwarte dag. Vijfentwintig jaar NA de aardbeving verscheen het teken dat volgens de profetie op de aardbeving zou volgen: de verduistering van de zon. Deze gebeurtenis was des te opvallender, omdat het tijdstip van haar vervulling precies was aangegeven. Jezus had gezegd: “Maar in die dagen, na die verdrukking zal de zon verduisterd worden.." (Marcus 13:24). De verdrukking van andersdenkenden eindigde in Europa in het midden van de 18e eeuw. Christus had gezegd dat de zon na deze verdrukking zou worden verduisterd. Deze profetie ging op 19 mei 1780 in vervulling.
Een ooggetuige in Massachusetts, USA beschrijft de verduistering als volgt: “'s Morgens kwam de zon helder op, maar verdween kort daarna achter de wolken. De wolken werden zwaarder en onheilspellend zwart. Plotseling bliksemde en donderde het. Het begon zachtjes te regenen. Tegen negen uur werden de wolken minder zwaar; ze werden koperkleurig en gaven de aarde, de rotsen, de bomen, de huizen, het water en de mensen een vreemd, luguber voorkomen. Enkele minuten later werd de hemel over de hele breedte bedekt door een zware wolk, behalve een smalle strook aan de horizon. Het was zo donker als op een zomeravond om negen uur... De mensen werden doodsbang. Vrouwen stonden in de deuropening te kijken naar het lugubere schouwspel. Mannen keerden terug van hun werk op het land. De scholen werden gesloten en de kinderen renden angstig naar huis. Reizigers zochten onderdak in de dichtbij gelegen boerderij. “Wat krijgen we nou?," vroeg iedereen zich af. Het was alsof … de laatste dag was aangebroken.… Even na elf uur was de duisternis op zijn dichtst" (The Essex Antiquarian, April 1899, vol. 3, nr. 4, pp. 53, 54).
“In de meeste delen van het land was de duisternis overdag zó dicht dat men gewoon niet kon zien hoe laat het was; de mensen moesten al hun dagelijkse bezigheden bij kaarslicht verrichten...” (William Gordon, History of the Rise, Progress and Establishment of the Independence of the U.S.A., vol. 3, p. 57).
"Na de dichte duisternis van overdag werd de hemel ongeveer twee uur voor het vallen van de avond wat lichter en kon de zon doorbreken, hoewel ze nog altijd door de dichte mist werd verduisterd. “Na zonsondergang kwamen de wolken weer aandrijven en werd het heel vlug donker". „De duisternis van de nacht was even uitzonderlijk en angstaanjagend als die van overdag. Hoewel het bijna volle maan was, moest men het licht aansteken om iets te zien. Zag men in de dichtbij of verder gelegen huizen licht branden, dan was het alsof er een Egyptische duisternis heerste, waar de lichtstralen nauwelijks doorheen konden dringen" [Isaiah Thomas, Massachusetts Spy; or, American Oracle of Liberty, vol, 10, nr. 472 (25 mei 1780)].
Een ooggetuige zei nog het volgende: “Toen ik dat zag, dacht ik: 'Als elke lichtbron van het heelal gehuld was in ondoordringbare duisternis of vernietigd was, zou de duisternis op aarde niet dichter geweest zijn" [Brief van dr. Samuel Tenney uit Exeter, New Hampshire, dec. 1785 (in Massachusetts Historical Society Collections, 1792, 1ste reeks, vol. 1, p. 97)].
Iedereen heeft weleens een zonsverduistering meegemaakt.
Zonsverduisteringen vinden plaats als de aarde, maan en zon precies op een lijn staan. De volledige verduistering duurt maar een paar seconden, daarna komt de zon langzaam weer te voorschijn. De langst gemeten ringvormige zonsverduistering ooit, duurde vanaf begin tot einde 12 minuten en 24 seconden.
Het bijzondere aan de zonsverduistering van 19 mei 1780 was, dat het de hele dag duurde!
Teken #3: Bloedrode maan
19-21 mei 1780, "de maan werd geheel als bloed." Op. 6:12)
Bron: The Pennsylvania Evening Post (Philadelphia), June 6, 1780, p. 62.
Milo Bostick in Stone's History of Massachusetts
“Hoewel het die avond om negen uur volle maan was, werden de zwarte schaduwen des doods helemaal niet verdreven.
Na middernacht verdween de duisternis en toen de maan zichtbaar werd, was ze zo rood als bloed. "De maan werd drie dagen lang als een bloedroden schijf waargenomen.”
Nu zijn bloedrode manen niets bijzonders. Ze treden dikwijls opbij een maansverduistering, wanneer de maan volledig door de donkere aardschaduw is ‘opgeslokt’, maar de maan dan toch niet helemaal onzichtbaar is. Door de verstrooiing van het licht van de zon straalt de maan een donkere, oranje-rode gloed uit.
Maar het bijzondere van de vervulling van dit teken was dat de maan drie dagen lang bloedrood was en het verschijnsel optrad NA een zonsverduistering en er GEEN maansverduistering was.
Teken #4: Sterrenregen
13 november 1833, "En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een vijgenboom zijn wintervijgen laat vallen, wanneer hij door een harde wind geschud wordt."
Bron: Denison Olmsted, The American Journal of Science and Arts, 25 ([Jan.?] 1834), 363, 365, 366, 386, 393, 394.
Peter M. Millman, "The Falling of the Stars," The Telescope, 7 (May-June, 1940), 57.
“Het hele firmament boven de Verenigde Staten was toen urenlang als een reusachtig vuurwerk! Het heeft nooit zo zwaar geregend als op die dag toen de meteoren naar de aarde vielen. In oost, west, noord en zuid was de sterrenregen even dicht. Kortom, de ganse hemel scheen in beweging... Het verschijnsel dat in professor Sillimans Journal wordt beschreven, was overal in Amerika te zien... Van twee uur in de ochtend tot klaarlichte dag waren er aan de hemel, die helemaal onbewolkt was, voortdurend verschietende en verblindend schitterende lichtbollen te zien" (R.M. Devens, American Progress; or, The Great Events of the Greatest Century, ch. 28, par. 1-5).
Een ander verslag zegt: “Ik denk dat geen enkele natuuronderzoeker of geleerde ooit een gebeurtenis zoals die van gistermorgen heeft beschreven of heeft opgetekend. Achttienhonderd jaar geleden heeft een profeet dit alles nauwkeurig voorzegd, als wij ten minste willen toegeven dat met 'sterren des hemels die op de aarde vallen' een sterrenregen wordt bedoeld... wat volgens mij de enig mogelijke letterlijke betekenis is” (New York Journal of Commerce van 14 november 1833).
Sterrenregen 1833 boven de Niagara Falls: 70 meteoren per seconde!
De Leoniden?
Een sterrenregen van de Leoniden vindt om de 33 of 34 jaar plaats in november, maar het bijzondere aan de sterrenregen van 13 november 1833 is de intensiteit ervan. Naar schatting vielen er meer dan 250.000 meteorieten per uur, 70 per seconde.
Astronomische waarnemingen daarna registreerden een uurintensiteit van niet meer dan 100.000 per uur. In 2009 werden er slechts 78 meteorieten per uur waargenomen.
Zo was het laatste teken, dat Christus' wederkomst aankondigde, dus ook vervuld: “Jezus had zijn discipelen naar aanleiding van deze tekenen gezegd: "Zo moet ook gij, wanneer gij dit alles ziet, weten, dat het nabij is, voor de deur" (Matteüs 24:33).
Het einde
We zijn nu gekomen tussen verzen 13 en 14 van hoofdstuk 6 uit Openbaring.
Het volgende teken dat daar beschreven staat, en dat zal plaatsvinden, is het einde van de wereld.
Johannes zag de volgende belangrijke gebeurtenis, die kort daarna zal plaatsvinden: “En de hemel week terug als een boekrol", terwijl de aarde beefde en alle bergen en eilanden van hun plaats werden gerukt en de goddelozen in radeloze angst wilden vluchten voor het aangzicht van de Zoon des mensen (Openbaring 6:12-17).
Zekerheid!
De zekerheid voor de gelovige ligt inhet feit dat omdat alle andere tijdsvoorspellingen zijn uitgekomen, zij WETEN dat ook deze laatste voorspelling ZAL uitkomen.
Die tijd is nabij. Dit is waar Gods kinderen op wachten. Dan is al hun hoop vervuld. Dan heeft God AL Zijn beloften waargemaakt. Dan zal alle ellende van deze wereld voorbij zijn: geen dood, geen ziekte, geen honger en misbruik. Want eeuwig leven op een aarde als deze, is helemaal niet aantrekkelijk.
Maar een hemel die lijkt op ons leven hier met het enig verschil dat het een lui luizenleven is, ook niet.
De Bijbel geeft de mens veel betere vergezichten. Maar niemand zal “automatisch” burger worden van dat rijk. Het is geen paspoort die je bij de babydoop ontvangt of op grond van het geloof van je ouders. Het is een persoonlijke en bewuste keuze. Je moet je paspoort zelf aanvragen. Er is geen neutrale grond. Je moet zelf actie ondernemen en de bewijzen voor deze God je in Zijn woord onderzoeken.
En …, wat denk je? Is de God van de Bijbel het overwegen waard?
Maar... zeggen de meeste mensen, WAAROM?!!
Waarom lijkt deze grote God zo machteloos de belangrijkste levensvraag te beantwoorden?
Waarom zoveel kwaad op deze aarde, als Hij zo goed is?
Waarom doet Hij niets? Doet Hij wel IETS?
Heeft Hij de strijd van goed tegen kwaad verloren?
Wie is Zijn tegenstander?
Zie deel 3: De Grote Strijd
Gods uitdaging 1
posted 2 nov 2014De Bijbel is een heel bijzonder boek; Wel meer dan 3500 jaar oud en toch staan er zoveel zaken in die van toepassing zijn op ons leven vandaag in de 21e eeuw. Onvoorstelbaar!?
In de Bijbel heeft God aan de mens uitgelegd wat Zijn plan is. Als we twijfelen aan wat in de Bijbel staat, als we zeggen dat het een onbegrijpelijk boek is, dan zeggen we eigenlijk dat God een leugenaar is. Want Hij zegt: “in dat boek leer je Mij begrijpen en leer je jezelf en de wereld om je heen begrijpen.” Maar als we zeggen: dat kan niet, of we zeggen ik vul het lekker zelf in, dan maken we God tot een leugenaar of overbodig in ons leven. Want wij zeggen dan dat wij wijzer zijn dan Hij en dat wij het allemaal lekker zelf kunnen bepalen.
Er zijn ook veel mensen die denken dat de Bijbel gewoon een verhalenboek is of een boek met alleen maar vervelende regels van dingen die je niet mag doen van God. Maar ook dat is niet waar.
Maar als je nog nooit van God gehoord hebt, of nog nooit eraan hebt gedacht om rekening met Hem te houden, nog nooit over Hem geleerd bent, zelfs nog nooit in de Bijbel gelezen hebt, hoe weet je nou dat Hij bestaat en dat de Bijbel Zijn boek voor ons is?
Laat me het jou proberen uit te leggen.
Stel er is een wedstrijd der goden. De god die echt is, moet zich bewijzen. Wie zou voor jou de ware god zijn? M.a.w. wat zou hij moeten doen om jou te overtuigen? Welke macht zou hij moeten tonen?
* Vuur uit de hemel laten regenen?
De Bijbel zegt dat satan dat ook zal doen en mensen zullen in verwarring raken. God heeft het meerdere keren gedaan, en toch waren er mensen die niet overtuigd raakten.
* Een droge weg door de zee maken voor een volk van zeker 3 miljoen, dat op de vlucht was voor een heel leger dat hen op de hielen zat?
Vissen zwommen aan weerskanten in de muren van water als in een aquarium. Ik zie de oogjes van de kinderen voor me! Ze liepen op de bodem van de zee en er lag geen drupje modder! En toch hebben ze daarna 40 jaar lang gemopperd!
* Zieken weer gezond maken?
Jezus heeft zelfs duivelen uitgedreven en dode mensen opgewekt. Sommige mensen reageerden laconiek: “O, Hij doet het met de macht van de duivel,” zeiden ze. Hoe knettergek moet de duivel wel niet zijn dat hij zijn eigen macht gebruikt om mensen uit zijn macht te bevrijden!
* Een God moet schepper zijn?
Inderdaad, maar dat is nauwelijks een daad die voor onze ogen kan plaatsvinden, is het niet? Dat moet je geloven, net als hoe evolutionisten geloven dat er geen schepping is geweest. Ook zij weten het niet zeker…
* Ja, maar mensen veranderen!
Een concentratiekampbeul wordt een berouwvolle christen en een moordenaar bekeert zich in de gevangenis. Mensen zijn heel sceptisch als ze zulke verhalen horen en daarom maken deze verhalen maar weinig indruk. We geloven niet dat mensen totaal kunnen veranderen en al helemaal niet dat God daar het handje in heeft.
* God moet de toekomst kunnen voorspellen.
Zo precies, dat alle details uitkomen. Erwin Krol voorspelt het weer van de komende week, is het niet? Maar hij zit er ook heel vaak naast! De horoscoop in de krant is zo vaag dat het altijd klopt. En de mediums en astrologen kunnen alleen in het verleden kijken, ze kunnen je alleen over je dode opa vertellen – althans dat zeggen ze…
Dus,
welke uitdaging zullen we de goden geven, in onze wedstrijd?
Weet je wel dat God deze uitdaging met de goden is aangegaan? Het staat beschreven in het Bijbelboek Jesaja, de hoofdstukken 44, 45 en 46.
OPDRACHT: lees deze hoofdstukken eens door. Best komisch.
Ik pik er zomaar een paar verzen uit. God roept om een waardige tegenstander:
- 44:6-8 - “Wie is als Ik. Kom roep het uit! Verkondig het, leg het Mij voor.. wat er in de toekomst gebeuren zal. Er is geen andere als Ik!”
- 45:11,21 – “Vraag Mij naar toekomstige dingen. Ik weet het, want Ik heb alles gemaakt…. Wie heeft van ouds , overlang verkondigd?” Wie durft?
- 46:5,10,11,12 – “Met wie wil je God vergelijken?” … Ik verkondig de afloop van den beginne en van ouds wat nog niet is gebeurd. Ik heb het ontworpen en Ik breng het ook in vervulling.”
Okay…. Laat God zich dan eerst bewijzen, niet?
Laat Hem deze test ondergaan, dan zullen we wel zien!
Maar even eerst terug naar vandaag
Stel, iemand voorspelt je wat er in de krant van overmorgen staat. Alle details, tot de overlijdensberichten aan toe. En overmorgen weet je dat je de krant eergisteren al gelezen hebt!
Vervolgens voorspelt hij je wat er gaat gebeuren, vandaag precies over een week. En ook dat komt uit!
Vervolgens voorspelt hij je de komende 2 jaar van je leven. Maand na maand, met al de kleine details.
Al na een paar maanden, hooguit een jaar, geef je het op, niet waar!
Je wordt een volgeling! Deze persoon is in een woord GEWELDIG.
God weet dat we rationele wezens zijn. Hij heeft ons zelf zo gemaakt. Hij wil niet dat wij, zonder kritisch naar de bewijzen te kijken, Jan Alleman navolgen. Daarom geeft Hij ons rationele bewijzen voor Zijn bestaan en Hij bevestigt daarmee Zijn betrouwbaarheid en de betrouwbaarheid van het verslag dat Hij voor ons heeft laten opschrijven, door wel 40 schrijvers uit alle lagen van de bevolking, koningen en bedelaars, herders en boeren, hooggeleerde mensen en klaplopers, is de Bijbel.
Ho, ho, hoor ik je zeggen: maar dat is geen echt bewijs!
Wacht even, laat me uitpraten. In de Bijbel hoef je echt niet alleen te geloven. De Bijbel staat bol van bewijzen, wijsheid en waarschuwende voorspellingen over wat er met mensen gaat gebeuren en tijdsprofetieën, die God gegeven heeft aan boodschappers, om die aan Zijn volk te vertellen of om ze op te schrijven. En die voorspellingen worden in onze menselijke Geschiedenis bewezen. Buiten-Bijbels bewijs. Maar we moeten wel eerst weten waar we bewijs voor zoeken, niet. In de Bijbel vinden we de gebeurtenissen beschreven en in onze geschiedenis vinden we het bewijs. Tenzij je gelooft natuurlijk dat de Bijbel een kunstige vervalsing is, die geschreven is NADAT de gebeurtenissen in de geschiedenis hebben plaatsgevonden. Maar dan heeft iemand in het schrijven van de Bijbel een sterk staaltje schrijverskunst verricht en heeft die persoon uitzonderlijk inzicht gehad in het analyseren van de geschiedenis. Er zijn weinig echte wetenschappers die dat durven beweren.
Ik wil een paar bijzondere tijdsprofetieën bespreken – over zaken die in de toekomstige tijd zouden plaatsvinden (in tegenstelling tot profetieën die gaan over wat individuele mensen zouden doen of wat hen zou overkomen).
Als we in de geschiedenisboeken duiken, dan zien we dat deze tijdsprofetieën l e t t e r l i j k in vervulling zijn gegaan.
Een van de mooiste voorspellingen in de Bijbel is van God, die tegen een stokoude man zegt: “Abraham, over precies een jaar heb je een zoon.” Stel je voor een 100-jarige met een 90-jarige vrouw. Abraham was 99, zijn vrouw 89. Stel je voor! Zowel Abraham als zijn vrouw moesten lachen, toen ze het hoorden (Genesis 17:15-17 en Genesis 18:13-15) en ik moet bekennen dat ik ook moest glimlachen toen ik het voor het eerst las. Maar een jaar later lachten ze anders!
De opmerkelijke voorspelling over Tyrus
“Daarom, alzo zegt de Heere HEERE: Ziet, Ik wil aan u, o Tyrus! en Ik zal vele heidenen tegen u doen opkomen, alsof Ik de zee met haar golven deed opkomen. Die zullen de muren van Tyrus verderven, en haar torens afbreken; ja, Ik zal haar stof van haar wegvagen, en zal haar tot een gladde steenrots maken. Zij zal in het midden der zee zijn tot uitspreiding van netten; want Ik heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE…Ik zal Nebukadrezar, den koning van Babel, den koning der koningen, van het noorden, tegen Tyrus brengen…En zij zullen uw vermogen roven, en uw koopmanswaren plunderen, en uw muren afbreken, en uw kostelijke huizen omwerpen; en uw stenen, en uw hout, en uw stof zullen zij in het midden der wateren werpen…Ik zal u maken tot een gladde steenrots; gij zult zijn tot uitspreiding der netten, gij zult niet meer gebouwd worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken, spreekt de Heere HEERE" (Ezechiël 26:3-14)
Deze tekst werd door de profeet Ezechiël in 590-570 BC geschreven. Ezechiël was een tijdgenoot van Daniël en werd naar Babylonië verbannen in 597 BC (acht jaar na Daniël). Hij noemt Daniël drie maal in zijn boek (Ezechiël 14:14, 14:20 en 28:30).
Ezechiël profeteert over de stad Tyrus dat:
- Nebukadnezar de stad zal veroveren.
- Andere naties hieraan zullen deelnemen.
- De grond van de stad glad gemaakt zal worden als een kale rots.
- Het een plaats zal worden waar visnetten worden uitgespreid.
- De stenen en het hout van de stad in de zee gestort zullen worden.
- De oude stad Tyrus nooit meer herbouwd zou worden.
Tyrus was een stad aan de noordkust van Palestina, een gebied dat toebehoorde aan de Feniciërs, een machtig en gevreesd zeevolk (de koning van Tyrus leverde Salomo hout voor het bouwen van de tempel). In 586 BC begon de koning van Babylonië, Nebukadnezar, het beleg van de stad. Dit beleg duurde uiteindelijk 13 jaar. Toen Nebukadnezar in 573 BC eindelijk de stad veroverde ontdekte hij dat de Feniciërs alles van waarde naar een eiland ongeveer 1 kilometer voor de kust hadden gebracht. De Babyloniërs hadden geen zeevloot en konden het eiland niet veroveren.
Dus ondanks de verovering van de stad hadden de Feniciërs het beleg gewonnen. De verovering van de stad door Nebukadnezar vervulde nochtans het eerste deel van Ezechiël profetie.
Toen Ezechiël dit schreef was Nebukadnezar reeds een erkende wereldheerser, dus we zouden kunnen zeggen dat een slimme politiek analyticus gemakkelijk had kunnen voorzien dat dit zou gebeuren. Je zou zelfs kunnen beweren dat de profetie door de Babyloniërs zelf was geschreven tijdens het beleg van Tyrus.
Merk echter op dat, hoewel Nebukadnezar de stad veroverde, hij deze niet verwoeste zoals Ezechiël had voorspeld. Maar bijna 250 jaar later, in 332 BC, vervulde Alexander de Grote het resterende deel van de profetie. Alexander was bezorgd dat de zeevloot van Tyrus tegen zijn vaderland zou kunnen uitvaren en daarom besloot hij de Feniciërs vleugellam te maken. Hij bereikte Tyrus, nu een eilandstad voor de kust, en net als Nebukadnezar eerder had ervaren, was deze stad niet te veroveren.
Alexander legde zich erop toe om eerst de omringende kuststeden te veroveren en hun schepen in beslag te nemen. Maar zelfs met deze gecombineerde oorlogsbodems kon hij Tyrus niet innemen.
Wat hij toen deed staat te boek als een van de sterke staaltjes die hem de naam de Grote opleverden: hij besloot een weg van het vaste land naar het eiland te bouwen door het puin van de oude stad in de zee te storten en zodoende een landbrug te maken (zie plaatje op de vorige pagina). Dit project zorgde ervoor dat de bodem van de oude stad zo glad geschraapt werd als een kale rots om aan het benodigde materiaal voor de landbrug te komen.
Zeven maanden later was Alexander, door een gecombineerde aanval van zijn leger over de landbrug, ondersteund door zijn vloot, in staat Tyrus te veroveren.
De kale rots van de reeds eerder verlaten stad op het vaste land, wordt tot op de dag van vandaag door vissers gebruikt, om er hun netten op uit te spreiden, precies zoals de profeet in opdracht van God had voorspeld.
De Amerikaanse wiskundige professor Peter W. Stoner berekende de kans dat Ezechiël op basis van puur toeval deze gedetailleerde voorspelling correct had kunnen maken. Zijn voorzichtige berekeningen schatten deze kans 1 op 75.000.000 (1 gedeeld door 75 miljoen).
De aller spannendste voorspelling in de Bijbel
In de Bijbel heb je één grote tijdsprofetie, die de langste periode in de menselijke geschiedenis beslaat. Het gaat over een wrede, heidense koning, die in een wonderlijke droom, de loop van de gehele menselijke geschiedenis voorbij heeft zien komen, en deze profetie is nu, al 2600 jaar, nog steeds actueel! God gaf hem die droom en we kunnen elke gebeurtenis verifiëren in onze eigen geschiedenisboeken! Het klopt als een bus! We vinden deze profetie in het Bijbelboek Daniel.
OPDRACHT: Pak dit hoofdstuk er even bij. Lees Daniel 2.
Er zouden 4 wereldkoninkrijken op aarde zijn en daarna een verdeeld rijk, dat als los zand aan elkaar hangt, en daarna zal God zijn eigen eeuwigdurende Koninkrijk oprichten, dat alle andere wereldrijken zal stukslaan en “opslokken”.
Dezelfde profetie wordt in het Bijbelboek Daniel wel vijf keer verteld (2,7,8,9,10-12). Iedere keer worden meer details ingevuld.
In hoofdstuk 8:20 worden de koninkrijken, die zouden volgen op het rijk van Nebukadnessar bij naam genoemd, dus we hoeven niet te raden: Babel, Meden en Perzen, Griekenland, Romeinen, en dat zal overgaan in verdeeld rijk van verschillende landen en een kerk-staatrijk zal zijn, waarvan de machthebber de hele wereld zal dicteren. De geschiedenis bevestigt dit feilloos.
De historische Jezus
Vier je kerstfeest? Wat is de betekenis van kerstfeest? Heeft Jezus werkelijk geleefd, denk je? Wist je dat Zijn geboorte, taak, dood en opstanding – in dit Bijbelboek zijn voorspeld en dat elke voorspelling precies zo is uitgekomen zoals het was voorspeld? Wist je dat de Joodse geleerden wisten dat Hij niet zomaar iemand kon zijn? Waar haalden ze het uit, denk je?
Wist je dat er meer dan 450 profetieën over Jezus als de Messias, in het Oude Testament staan? Geleerde mensen hebben onderzoek gedaan en hebben bevestigd dat al deze voorspellingen uitgekomen zijn.
Het is deze profetie die de wijzen uit het Oosten hebben bestudeerd, waardoor ze wisten dat een Koning geboren was en daarom gingen ze op reis; Matteus 2:1-3.
Het is dezelfde profetie in combinatie met de voorspelling in Jeremia 31:15-17 en Micha 5:1 die de schriftgeleerden gebruikten om koning Herodus te vertellen dat die Koning in Bethlehem geboren zou worden. Daarop vermoorde Herodus vermoorde alle kleine jongetjes tot 3 jaar oud in Bethlehem, naar de berekening die hij had gemaakt uit de woorden van de wijzen (Matteus 2:4-7).
In het boek Daniel staat de mooiste en meest accurate profetie over Jezus: Daniel 9. Zoek het eens op! Het is deze profetie, die ons precies vertelt wanneer, in welk jaar, de Messias gedoopt zou worden, wanneer, in welk jaar, Hij gekruisigd zou worden en wanneer, in welk jaar, de Joden Stefanus, de eerste christenmartelaar, zouden stenigen.
Het leest als een spannend boek, maar zelfs beter, omdat alles precies zo is gebeurd zoals God aan de profeet Daniel had bekendgemaakt.
Daar is de Da Vinci Code maar een prulboekje bij!
Deze bewijzen geven mij hoop – dat de profetieën die nu nog niet zijn vervuld, ook tot vervulling zullen komen.
Twijfel je nog? Dat kan.
Want dit is allemaal verleden tijd, toch? Je wilt weten of er ook profetieën zijn over onze tijd? Okay.
Daarom ga ik in deel 2 een stap verder.
Zie: Gods uitdaging 2