egw knop2 gedicht knop

24 juli: Dagelijks werk


Kennis van de dagelijkse plichten
Vele leervakken die de tijd van de scholier in beslag nemen, dragen maar weinig bij tot zijn bruikbaarheid en geluk; maar wel is nodig dat elke jongen of meisje in de jeugdjaren gedegen kennis van de dagelijkse plichten bezit. Het is niet direct nodig dat een meisje een vreemde taal of wiskunde leert, of pianoles krijgt; maar het is absoluut nodig dat ze leert goed brood te bakken, goed zittende kleren te maken en al die kleine plichten weet te doen die tot het huishouden behoren.
Voor de gezondheid en het geluk van het hele gezin is niets van zo vitaal belang als verstand en bekwaamheid bij degene die het eten bereidt. Zij kan door slecht bereide, ongezonde spijzen niet alleen de bruikbaarheid van de volwassenen, maar ook de ontwikkeling van het kind belemmeren. Maar wanneer ze spijzen bereidt, die voorzien in de behoeften van het lichaam en die er tegelijkertijd aanlokkelijk en smakelijk uitzien, kan ze evenveel bereiken in de goede richting, als ze anders bereikt zou hebben in de verkeerde richting. Zo houdt levensgeluk op tal van manieren nauw verband met getrouwheid in de dagelijkse plichten.
Omdat man en vrouw beiden hun deel doen in de stichting van een gezin, moeten zowel jongens als meisjes kennis van de huishoudelijke plichten hebben. Een bed opmaken en een kamer opruimen, afwassen, een maaltijd bereiden, zijn eigen kleren wassen en herstellen, is een arbeid die geen enkele jongeman minder mannelijk zal maken; het zal hem integendeel gelukkiger en bruikbaarder maken. En wanneer op hun beurt meisjes zouden leren een paard in te spannen en te mennen, zaag en hamer te gebruiken en ook de hark en de schoffel, dan zouden ze beter in staat zijn de moeilijkheden van het leven het hoofd te bieden.

Eert de arbeider
De kinderen en jonge mensen kunnen uit de Bijbel leren hoe God het dagelijks werk heeft geëerd. Ze moeten eens lezen van de “zonen der profeten” (2 Kon. 6:1-7), scholieren op school die voor zichzelf een huis bouwden en voor wie een wonder werd verricht om een geleende bijl, die verloren was geraakt, weer tevoorschijn te brengen. Laat ze eens lezen van Jezus de timmerman en Paulus de tentenmaker, die de hoogste menselijke en goddelijke dienst verbonden met het werk van een arbeider. Ook moeten ze eens lezen van de jongen wiens vijf broden door de Heiland werden gebruikt in dat grote wonder om de duizenden te spijzigen; van Dorkas, de naaister, die uit de dood werd opgewekt opdat zij kon doorgaan met het maken van kleren voor de armen; van de wijze vrouw, beschreven in Spreuken die “bezig is met wol en vlas en werkt met vaardige handen”, die “haar huis het voedsel geeft, haar dienstmaagden haar deel”, die een wijngaard plant” (Spr. 31:13,15,16) .... en “haar armen versterkt”; die “haar hand uitbreidt naar de ellendige; ja, haar handen uitstrekt naar de nooddruftige”, die “toezicht houdt op de gang van haar huishouding en het brood der traagheid niet eet.” Spr. 31:17,20,27.
Van zo iemand zegt God: “Zij is te prijzen. Geeft haar van de vrucht harer handen, dat haar daden haar roemen in de poorten”. Spr. 31:30,31. -- KV, hfdst 24

We lezen samen uit Karaktervorming van EGW, om inzicht te krijgen in ons eigen karakter, zoals God dat ziet. We lezen elk hoofdstuk in 2 tot 4 dagen.

u bent niet geauthoriseerd om op dit bericht commentaar te geven.

Erken nu met geheel uw hart en ziel, dat niet een van alle goede beloften die de HERE, uw God, u gegeven heeft, onvervuld gebleven is. - Jozua 23:14


Copyright © Promise Ministry