egw knop2 gedicht knop

6 juni: Beheerders zijn


Rentmeesterschap
Maar zelfs onder hen die de waarde van deze eigenschappen erkennen en weten dat ze hun oorsprong in de Bijbel hebben, zijn er maar weinigen die het beginsel inzien waarop ze berusten.
Wat aan onkreukbaarheid in het zakenleven en aan waar succes ten grondslag ligt, is de erkenning van Gods eigendomsrecht. Hij, Die de Schepper is van alle dingen, is de oorspronkelijke eigenaar. Wij zijn Zijn rentmeesters. Alles wat wij hebben is ons door Hem toevertrouwd om naar Zijn aanwijzingen te gebruiken.
Dit is een verplichting die rust op elk menselijk wezen. Dat heeft te maken met het hele gebied der menselijke werkzaamheid. Of we dat nu wel of niet erkennen, we zijn toch rentmeesters, door God voorzien van vermogens en talenten en in de wereld geplaatst om een door Hem aangewezen werk te doen.
Aan een iegelijk mens is “zijn werk” (Marc. 13:34) gegeven - het werk waartoe zijn vermogens toereikend zijn - het werk dat tot zijn eigen bestwil en dat van zijn medemensen dient en dat tot de grootste eer van God strekt.

“Maakt u niet bezorgd”
Aldus is ons werk of onze roeping een deel van Gods verheven plan, en, zolang dat gedaan wordt in overeenstemming met Zijn wil, is Hijzelf verantwoordelijk voor de resultaten. Als “Gods medearbeiders” (1 Cor. 3:9) is het onze taak Zijn aanwijzingen trouw op te volgen. Dan is er helemaal geen reden om ons bezorgd te maken. Vlijt, trouw, zorg, spaarzaamheid en overleg worden verlangd. Ieder talent moet tot zijn uiterste vermogen worden aangewend. We moeten echter niet vertrouwen op de succesvolle resultaten van onze inspanning, maar op de belofte Gods. Het woord, dat Israël voedde in de woestijn, dat Elia in het leven hield in de tijd van hongersnood, bezit vandaag de dag dezelfde kracht. “Maakt u dus niet bezorgd, zeggende: wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken? .... Zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden”. Matth. 6:31-33.

Het teruggeven van tienden
Hij Die de mensen kracht geeft welstand te verkrijgen, heeft aan deze gave een verplichting verbonden. Van alles wat wij verkrijgen, maakt Hij aanspraak op een bepaald gedeelte. De tiende is des Heren. “Alle tienden van het land, van het zaad des lands, van de vrucht van het geboomte”, “alle tiende van runderen of klein vee....is de Here heilig”. Lev. 27:30,32.
De gelofte die Jacob te Bethel deed, laat zien hoe ver die verplichting gaat. “Van alles wat Gij mij schenken zult”, zei hij, “zal ik U stipt de tienden geven”. Gen. 28:22.
“Brengt de gehele tiende naar de voorraadkamer” (Mal. 3:10), luidt het bevel van God. Er wordt geen beroep gedaan op dankbaarheid of vrijgevigheid. Dit is heel eenvoudig een kwestie van eerlijkheid. De tiende is des Heren en Hij vraagt ons Hem terug te geven wat Hem toekomt.
“Voor zulke beheerders is dit tenslotte het vereiste: betrouwbaar te blijken”. 1 Cor. 4:2. Wanneer eerlijkheid een noodzakelijk beginsel is in het zakelijke leven, moeten wij dan niet onze verplichting tegenover God erkennen - de verplichting die aan elke andere ten grondslag ligt? -- KV, hfdst 15

We lezen samen uit Karaktervorming van EGW, om inzicht te krijgen in ons eigen karakter, zoals God dat ziet. We lezen elk hoofdstuk in 2 tot 4 dagen.

u bent niet geauthoriseerd om op dit bericht commentaar te geven.

Erken nu met geheel uw hart en ziel, dat niet een van alle goede beloften die de HERE, uw God, u gegeven heeft, onvervuld gebleven is. - Jozua 23:14


Copyright © Promise Ministry